Hoe moet ik accijnsgoederen aangeven in DMS uitvoer?

Op 13 februari 2024 implementeerde de Douane EMCS 4.1. Deze implementatie heeft invloed op klanten die werken met de processen uitvoer en accijnsgoederenvervoer onder schorsing. DMS en EMCS zijn hier onderdeel van.

Uitvoer van goederen die zich in een AGP bevinden


De uitvoer van accijnsgoederen buiten de EU, die zich in een AGP (accijnsgoederenplaats) bevinden, wordt opgevolgd door twee systemen:

1. EMCS (Excise Movement and Control System ) 

Hierbij wordt gebruik gemaakt van het e-AD (elektronisch administratief document), voorzien van een ARC-nummer (Administratieve Referentie Code), voor de verplaatsing tussen de AGP van vertrek en het kantoor van uitvoer. 

EMCS is niet beschikbaar in Scope

2. DMS (Douane Management Systeem )

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de uitvoeraangifte, voorzien van een MRN-nummer (Movement Reference Number), voor de verplaatsing tussen het kantoor van uitvoer en het kantoor van uitgang.

Concreet betekent dit dat de accijnsbeweging tijdelijk wordt opgeschort voor de beweging tussen het kantoor van uitvoer en het kantoor van uitgang. Zodra de effectieve uitgang is vastgesteld en geregistreerd in DMS, zal de uitgangsbevestiging ook meegedeeld worden aan EMCS. Via dit systeem zal de AGP-houder op de hoogte gebracht worden van de effectieve uitgang van de goederen.

Crosscheck e-AD en DMS

Vanaf 13 februari 2024 wordt een automatische crosscheck ingevoerd tussen het e-AD en de uitvoeraangifte bij de validatie van dit laatste document.

Hierbij moeten de GN-codes en het nettogewicht op het uitvoerdocument gelijk zijn aan de in het e-AD vermelde gegevens. Wanneer de gegevens van beide documenten overeenkomen, aanvaardt DMS de aangifte.

Indien de gegevens niet overeenkomen, wijst DMS de uitvoeraangifte af. De aangever moet dan zijn uitvoeraangifte verbeteren en opnieuw insturen.

Bescheiden voor accijnsgoederen


Als er in de uitvoeraangifte accijnsgoederen zijn aangegeven, moet tenminste één van de onderstaande gegevens in de aangifte op artikelniveau zijn opgenomen:

C651 - Voorafgaand document

Ingeval de AGP-houder een e-AD voor uitvoer onder schorsing heeft opgemaakt:
C651 (ELECTRONISCH ADMINISTRATIEF DOCUMENT VOOR ACCIJNSGOEDEREN) in gegevenselement (GE) 12 01 002 000 

Code C651 moet gevolgd worden door het ARC-nummer (21 karakters), en het body record unique reference nummer (3 cijfers) van de goederen moet overeenstemmen met het artikelnummer in de betrokken uitvoeraangifte.

In GE 12 01 002 000 'Voorafgaand document/Soort' van de uitvoeraangifte is maximaal één bescheidcode met C651 toegestaan per artikel in de uitvoeraangifte, uitgezonderd verzamelzendingen bij uitvoer die onder andere bij boordprovisie kunnen voorkomen (met een goederencode beginnend met 9930 en 9931). In dit laatste geval zijn meerdere bescheidcodes met C651 toegestaan per artikel.

Als het ARC-nummer (C651) is opgenomen in GE 12 01 002 000 'Voorafgaand document/Soort' van de uitvoeraangifte, controleert DMS of de gegevens van de accijnsgoederen in de uitvoeraangifte overeenkomen met die van het e-AD uit EMCS. De uitvoeraangifte wordt alleen aanvaard als de gegevens overeenkomen.

 

C658 - Voorafgaand document

In geval EMCS niet werkt en de AGP-houder een nood-e-AD voor uitvoer onder schorsing heeft opgemaakt:
C658 (NOODDOCUMENT (FAD)) in GE 12 01 002 000

 

N5021 - Aanvullende informatie

In geval de goederen belast zijn met NL accijns en een verzoek om teruggaaf zal worden gedaan:
N5021 (VERZOEK TERUGBETALING (NATIONAAL)) in GE 12 02 000 000

N5020 - Aanvullende informatie

In geval goederen zich in het vrije verkeer bevinden en zullen worden uitgevoerd zonder dat een verzoek om teruggaaf van accijns zal worden gedaan:
N5020 (UITVOER ACCIJNSGOED ZONDER SCHORSING EN VERZOEK TERUGGAAF) in GE 12 02 000 000 

Meer artikelen in de aangifte?

Een uitvoeraangifte kan meer artikelen bevatten.

Elk artikel mag slechts één ARC-nummer bevatten. Een ARC-nummer kan dus niet gesplitst worden over verschillende uitvoeraangiftes.

Voor elke referentie van het e-AD dient een afzonderlijk artikelnummer op de uitvoeraangifte te worden opgemaakt.

De goederencode (GN-code), het nettogewicht, het brutogewicht en het kantoor van uitvoer moeten zowel op het e-AD als op de uitvoeraangifte identiek zijn.


Na vrijgave voor uitvoer

De verdere opvolging van de uitvoerbeweging tussen het kantoor van uitvoer en kantoor van uitgang gebeurt via het Automated Export System (AES). Het kantoor van uitvoer stuurt een AER (Anticipated Export Record) naar het kantoor van uitgang en de goederen kunnen worden aangeboden op het kantoor van uitgang. Het kantoor van uitgang zendt een “exit confirmation” bericht naar het kantoor van uitvoer wanneer wordt vastgesteld dat de accijnsgoederen het douanegebied van de Europese Unie hebben verlaten.  Het kantoor van uitvoer zal het e-AD naar status ‘afgeleverd’ wijzigen op basis van de uitgangbevestiging verkregen van kantoor van uitgang. 

Tip!

Meer informatie over de e-AD is te vinden op de website van de Douane en in het Douane Handboek.

Website Douane

Handboek Douane